

Fijn dat jij de moeite neemt om de tentoonstelling over Honderd jaar Merijntje Gijzen bezoekt of dat je nog eens terugblikt op jouw bezoek. Hopelijk is deze “gids” voor jou een handig hulpmiddel of een mooi souvenir.
De romanreeks van Merijntje Gijzen, geschreven door A.M. de Jong, is een van de meest iconische en geliefde werken in de Nederlandse literatuur. Deze reeks, bestaande uit meerdere delen, biedt een diepgaande en ontroerende blik op het leven van een jongen op het platteland in het begin van de 20e eeuw. De verhalen zijn niet alleen een portret van een tijd en plaats, maar ook een reflectie op universele thema’s zoals opgroeien, armoede en de strijd tussen goed en kwaad.
Voor A.M. de Jong was dit zijn weloverwogen stap naar het voltijds schrijverschap.
Het eerste boek van de geplande reeks verscheen in 1925:
Het verraad.

In de jaren twintig van de vorige eeuw was de boekenverkoop in Nederland sterk afhankelijk van traditionele boekhandels en uitgeverijen. De distributie van boeken verliep voornamelijk via fysieke winkels en catalogi. Uitgeverijen speelden een centrale rol in de productie en distributie van boeken. Ze werkten nauw samen met boekhandels om ervoor te zorgen dat boeken beschikbaar waren voor het publiek. Het Centraal Boekhuis verwierf vanaf 1926 een belangrijke positie in het distributienetwerk.

Emanuel Querido was sinds 1915 uitgever in Amsterdam. Aan hem heeft A.M. de Jong het aanbod gedaan een reeks te schrijven die in een luxe uitvoering op de markt zou komen. Daarom ziet deel 1 er al zo fraai uit.
Boekhandels waren de belangrijkste verkooppunten, en veel steden en dorpen hadden hun eigen lokale boekhandel waar mensen boeken konden kopen. Met adverteren en laten recenseren werd het boek onder de aandacht gebracht.

De reeks begint met “Merijntje Gijzen’s Jeugd – Het verraad”, waarin we kennismaken met de jonge Merijntje en zijn leven in een klein dorpje in Noord-Brabant. Het decor van Nieuw-Vossemeer leent zich daar goed voor.
De Jong schildert een levendig beeld van het plattelandsleven, met zijn dagelijkse rituelen, seizoensgebonden werkzaamheden en de hechte gemeenschap. Door de ogen van Merijntje ervaren we de schoonheid en de hardheid van het boerenbestaan. De Jong’s beschrijvingen zijn rijk en gedetailleerd, waardoor de lezer zich volledig ondergedompeld voelt in deze wereld.
Naarmate Merijntje ouder wordt, worden de verhalen complexer en donkerder. De Jeugdjaren van Merijntje zijn geschreven vóór de Crisisjaren van de jaren ’30, de Jonge Jaren zijn in de donkere dagen van de jaren ’30 geschreven.
In latere delen van “Merijntje Gijzen’s Jonge Jaren” zien we hoe hij geconfronteerd wordt met morele dilemma’s en de harde realiteiten van het leven. De Jong onderzoekt thema’s zoals schuld, vergeving en de zoektocht naar identiteit. Merijntje’s groei en ontwikkeling worden op een genuanceerde en empathische manier weergegeven, waardoor hij een diep menselijk en herkenbaar personage wordt.
In de media hebben de boeken uit de Merijntjereeks altijd volop aandacht gekregen, zowel van voor- als tegenstanders. Die kritiek kon hard zijn, snoeihard zelfs.
Een van de krachtigste aspecten van de romanreeks is de manier waarop De Jong de historische en sociale context van de tijd verweeft in zijn verhalen.
De reeks is beïnvloed door de belangrijke gebeurtenissen in het leven van A.M. de Jong, de klassenstrijd, het opkomende fascisme, de verzuiling die segregatie aanjaagde en de economische crisis van de jaren ’30. De Jong gebruikt deze gebeurtenissen niet alleen als decor, maar ook als katalysator voor de ontwikkeling van zijn personages en thema’s. Dit geeft de verhalen een extra laag van diepgang en relevantie.




De romanreeks van Merijntje Gijzen blijft tot op de dag van vandaag relevant en geliefd. De Jong’s meesterlijke vertelkunst en zijn vermogen om de menselijke ervaring op een authentieke en ontroerende manier weer te geven, maken deze reeks tot een tijdloos meesterwerk. In zijn beschrijvingen van het landschap schildert De Jong met woorden.
Zijn werk is een eerbetoon aan de veerkracht van de menselijke geest en een herinnering aan de kracht van verhalen om ons te verbinden met ons verleden en onze gemeenschappelijke menselijkheid.




Nap de la Mar, een prominente figuur in het Nederlandse theater van de jaren ’20, bracht twee opmerkelijke toneelstukken op de planken: “Het Verraad” en “Flierefluiters Oponthoud“.
Nap de la Mar’s werk in de jaren ’20 was baanbrekend in zijn vermogen om zowel serieuze als komische elementen te combineren. Zijn toneelstukken waren niet alleen vermakelijk, maar ook diepgaand en provocerend. De la Mar had een scherp oog voor de menselijke natuur en een talent voor het blootleggen van de onderliggende spanningen in de samenleving. Zijn werk blijft relevant vanwege de universele thema’s en de tijdloze inzichten die het biedt.
De toneelstukken “Het Verraad” en “Flierefluiters Oponthoud” van Nap de la Mar zijn belangrijke werken in de Nederlandse theatergeschiedenis. De toneelstukken hebben veel bijgedragen aan de naamsbekendheid, populariteit en verkoopcijfers van de Merijntje Gijzencyclus.
Nap de la Mar die de rol van Kruik in het Verraad en later Flierefluiter in Flierefluiters Oponthoud speelde, overleed plotseling op 3 juli 1930.
Ciska Kremer speelde in beide toneelstukken de rol van Merijntje. Het enorme succes en het plotseling overlijden van Nap de la Mar heeft veel invloed op haar gemoedstoestand gehad.
Zij overleed twee jaar later, op 12 juli 1932, na een vermoedelijke zelfverdrinking.
De dochter van Nap de la Mar, Fien, legde lelies op haar graf. Ook A.M. de Jong hebben we teruggevonden in het gezelschap aan het graf van Ciska Kremer.




De roman “Merijntje Gijzen’s Jeugd: Het Verraad” van A.M. de Jong werd verfilmd in 1936 onder de titel “Merijntje Gijzen’s Jeugd“. De film werd geregisseerd door Kurt Gerron, een bekende Duitse regisseur en acteur, die was gevlucht uit Nazi-Duitsland.
A.M. de Jong zelf was verantwoordelijk voor het scenario en speelde ook een rol in de film als (goede) pastoor.
De film volgt nauwgezet het verhaal van het boek, waarin de jonge Merijntje een onwaarschijnlijke vriendschap sluit met de stroper Goort Perdams, bijgenaamd “De Kruik”. Deze vriendschap eindigt abrupt wanneer Goort een moord pleegt en Merijntje, in zijn onschuld, onbedoeld de autoriteiten op het spoor van zijn vriend zet.
De verfilming werd geprezen om zijn authentieke weergave van het Brabantse plattelandsleven en de sterke acteerprestaties. Het gebruik van het lokale dialect in de dialogen droeg bij aan de authenticiteit van de film.
Bekende acteurs uit de film zijn: Piet Bron (de Kruik), A.M. de Jong (pastoor), Mimi Boesnach (Jannekee), Kees Brusse (filmdebuut als broer Arjaan), Harry Boda (Flierefluiter), Aaf Bouber (Janske), Jeanne Verstraete (mevrouw Walter) en Marcel Krols (Merijntje).
De film “Merijntje Gijzen’s Jeugd” uit 1936, geregisseerd door Kurt Gerron, was een groot succes in Nederland. Marcel Krols (B) werd door zijn hoofdrol zeer populair.
Op de middelste foto in de gallerij ziet u Kurt Gerron (regisseur) en Marcel Krols (Merijntje).

Op deze knipselkrant is te zien hoe populair Merijntje Gijzen in de jaren ’30 was, in boekvorm, op het toneel en zoals wordt aangekondigd “binnenkort” in de bioscoop. Ook de critici hadden hiermee voldoende stof om over schrijven.
In voormalig Nederlands-Indië werd Merijntje Gijzen ook stevig gepromoot. Logisch, want veel Nederlanders in Indië smulden van deze cultuur uit het verre vaderland.


Het vierde boek van Merijntje Gijzen’s Jeugd werd als gevaarlijk bestempeld en A.M. de Jong werd in protestante kringen afgeschilderd als socialistische wolf in katholieke schaapskleren. Door de katholieke kerk werd De Jong zelfs op de Index gezet, verboden te lezen door katholieken.



De TV-serie “Merijntje Gijzen” is gebaseerd op de romanreeks van A.M. de Jong en werd voor het eerst uitgezonden in 1974. Deze serie, geregisseerd door Kees van Iersel, bracht de verhalen van de jonge Merijntje en zijn avonturen op het Brabantse platteland tot leven op het kleine scherm. De serie bestond uit 13 afleveringen en werd geproduceerd door de Nederlandse omroep VARA.
De NCRV had overigens kort daarvoor hun “Bartje” uitgezonden.
De totstandkoming van de TV-serie was een ambitieus project dat veel voorbereiding en samenwerking vereiste. De keuze om de romanreeks van A.M. de Jong te verfilmen kwam voort uit de populariteit en het culturele belang van de boeken. De Jong’s verhalen boden een rijk en gedetailleerd beeld van het leven op het platteland in het begin van de 20e eeuw, en de serie had als doel deze wereld op authentieke wijze weer te geven.
De productie van de serie vereiste uitgebreide research en nauwkeurige setontwerpen om de historische setting getrouw te creëren. Zo werd bijvoorbeeld de Duitse bunker bij het Benedensas omtimmerd alsof het een houten schuur was. Lokale acteurs, actrices en figuranten werden gecast om de personages tot leven te brengen. Er werd veel aandacht besteed aan het gebruik van het Brabantse dialect om de authenticiteit te waarborgen. De buitenopnames vonden plaats op locaties in Noord-Brabant (zoals het Benedensas en Zegge), wat bijdroeg aan de realistische sfeer van de serie.
De TV-serie “Merijntje Gijzen” had een aanzienlijke impact op het Nederlandse publiek en de cultuur. De serie werd goed ontvangen door zowel critici als kijkers en wordt nog steeds herinnerd als een klassieker in de Nederlandse televisiegeschiedenis. De serie bracht de verhalen van A.M. de Jong naar een breder publiek en zorgde voor een hernieuwde interesse in zijn werk.
In deze serie speelden onder anderen de volgende Nederlandse en Belgische acteurs: Jan Ligthart (Merijntje Gijzen), Gaston Vandermeulen (de oude pastoor), Cyriel Van Gent (Baas Verdaasdonk), Marlies van Alcmaer (Janneke Timmers), Leo Beyers (De Kruik), Piet Römer (Flierefluiter), Arnold Willems (Toon Oetelmans), Roger Bolders (pastoor Van Gils), Paul Brandenburg (Simpele Fons), Rik Van Uffelen (Toon Swagemakers), Elsje de Wijn (Marie van Tol), Leo Dewals (Toontje Veraart), Kitty Janssen (moeder Gijzen), Charles Janssens (Nol Damme), John Leddy (Janus Dogge), Gerda Marchand (Sjaan Testers), Ann Petersen (Ant Veraart), André van den Heuvel (vader Gijzen), Jan Teulings (officier van justitie), Elly Hellemons-de Jong (Blozekriekske) en Nel Snel (Knelia Nuiten).

Een van de belangrijkste effecten van de serie was de manier waarop het de aandacht vestigde op het leven en de cultuur van het Brabantse platteland. De serie bood een nostalgische blik op een vervlogen tijdperk en benadrukte de waarden van gemeenschap, eenvoud en veerkracht. Dit resoneerde sterk met kijkers, vooral degenen die zelf uit landelijke gebieden kwamen.
Daarnaast had de serie ook educatieve waarde. Het bood een visuele en emotionele ervaring van de geschiedenis en cultuur van Nederland, wat vooral waardevol was voor jongere generaties die minder bekend waren met deze periode. De serie diende als een brug tussen het verleden en het heden, en hielp bij het behouden van culturele herinneringen en tradities.
Naar huidige maatstaven kan de TV-serie wellicht ‘slow TV” worden genoemd , maar ook met de ogen van nu kunnen veel scenes niet korter en krachtiger zijn.
De TV-serie “Merijntje Gijzen” is een belangrijk onderdeel van de Nederlandse televisiegeschiedenis. Het blijft een waardevol cultureel erfgoed dat de geschiedenis en waarden van het Brabantse platteland viert en behoudt.
Door de boeken, het toneel en vooral de TV-serie werd Nieuw-Vossemeer op de kaart gezet. Zelfs Koningin Juliana noemde dit gedeelte van Brabant “het land van Merijntje Gijzen”. Voor veel Nederlanders en Vlamingen werd, vooral na het vertonen van de TV-serie, het land van Merijntje Gijzen als dagtrip aangedaan. In die periode is ook het A.M. de Jonghuis ontstaan.
Het standbeeld van Joop Vlak werd al in 1967 geplaatst en onthuld door de weduwe van A.M. de Jong, Wies de Jong-Defresne. Als snel bleek het beeldje, met het verhaal er achter, voor dagjesmensen een bezoekje waard te zijn.

Tot slot
In een tijd waarin de wereld snel verandert, biedt Merijntje Gijzen een waardevolle blik op een eenvoudiger, maar niet minder betekenisvol leven. Het herinnert ons eraan dat, ongeacht de tijd of plaats, de kern van de menselijke ervaring altijd dezelfde blijft.
In het nieuwe boek “Treffende woorden” (2025) gaan we in op de prachtige en diepzinnige teksten van de schrijver én mens A.M. de Jong. Hopelijk word je daardoor ook geraakt.

Vragen, opmerkingen, kritiek….. laat het ons weten.

info@amdejongmuseum.nl
Samenstelling:
Marc van Tienen